Twee goed bedeelde homoseksuele priesters betrappen een kerkjongen die masturbeert en zich bezighouden met hardcore bareback seks

In een klein, slaperig stadje bevinden zich twee priesters in een onverwachte situatie. Ze treffen een jongeman aan die zichzelf bevredigt in het heiligdom van hun kerk. De aanblik van de zondige daad van de jongemannen wakkert een vurig verlangen bij hen aan. Ze kunnen niet anders dan getrokken worden tot zijn jeugdige allure en de verboden aard van de situatie. De twee priesters, beiden groot geschapen en gretig, besluiten de jongeman een les te leren die hij niet zal vergeten. Ze confronteren hem, hun kloppende leden zichtbaar door hun dunne gewaadjes. Het zicht op hun grote, blote pikken is te veel voor de jongeman om zich te verzetten. Hij neemt ze gretig in contrast met zijn innig contrast met de scherpe verwardheid, de scherpzinnigheid van de seks, die zich aftekent in het tafereel van de twee definities die elk moment van hun ontmoeting vastleggen, hun onweerstaanbare ritme, de onrust van hun jongeheerlijke lichamen, hun onrustige ritme, het ritme van de onophoudbare lust en het taboe van de jonge priesters. Dit is een ontroerend ritme, ontroerend en onweerstaanbaar ritme, en het is allemaal tabo's, alle dans, alle vruchteloos en taboetisch.